Start here

The story continues…

AfbeeldingDit blog wordt niet meer geactualiseerd.

Maar voor wie wil kijken of het wonderlijke verhaal over de wereld van schuldhulpverlening toch goed afloopt, bezoek het blog van het team Armoede en schulden van Stimulansz. Daar vind je naast mijn bijdragen ook interessante verhalen van mijn collega’s!

Eerste uitspraak Wgs: over besluit, ingangsdatum en dossiervorming

Hoera, de eerste uitspraak over de Wgs is een feit (LJN: BY62730). Het betreft een uitspraak van de voorzieningenrechter, maar dat terzijde. In deze zaak werd de schuldhulpverlening beëindigd nadat er dreigmails waren gestuurd.

Belangrijkste uitgangspunten:

  • Voorzieningen aangeboden voor 1 juli 2012
    Voorzieningen die al werden aangeboden voor 1 juli (de inwerkingstredingsdatum van de Wgs) vallen automatisch onder de Wgs, tenzij het Plan iets anders bepaald.  Opvallend dat de gemeente dus zelf kan kiezen voor een vorm van overgangsrecht. Ik heb echter nog niet veel plannen gezien die dit zo geregeld hebben.
  • Beëindiging is een besluit
    De voorzieningenrechter merkt de beëindiging van een voorziening in het kader van schuldhulpverlening aan als gericht op een rechtsgevolg waardoor bezwaar en beroep tegen de beëindiging open staat. Dit is naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet alleen omdat daarmee al dan niet de betrokkene aanspraak wordt gegeven op een zekere dienstverlening onder verantwoordelijkheid van de gemeente, maar ook omdat aan het uitsluiten van een betrokkene van die voorziening van schuldhulpverlening zwaarwegend gewicht toekomt in het eventueel daarna te volgen wettelijk traject op grond van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (hierna: WSNP).
  • Dossiervorming
    De voorzieningenrechter kon niet toetsen welke situatie dat vooraf was gegaan aan de dreigmails. Het probleem was dat er geen dossiers waren bijgehouden. Hierdoor kan de voorzieningenrechter niet vaststellen dat de sociale dienst terecht stelt dat er geen redenen zijn om af te wijken van het standpunt dat bedreiging aanleiding geeft tot beëindiging van de schuldhulpverlening.

De Sociale Dienst moest de schuldhulpverlening voortzetten. Let dus goed op dat je dossiers gaat bijhouden om te kunnen voldoen aan de motiveringsplicht. Deze zaak is een goed voorbeeld van de noodzaak om ook binnen schuldhulpverlening aan dossiervorming te doen en ook de communicatie tussen schuldhulpverlener en schuldenaar vast te leggen.

Geld gestuurd naar familie in het buitenland: einde WSNP

Vandaag kwam ik een opvallende zaak (LJN: BY5157) tegen over een man die was toegelaten tot de WSNP, maar tijdens de looptijd was veroordeeld voor witwassen en daar een taakstraf en een ontnemingsmaatregel aan had overgehouden. De rechtbank oordeelde dat de nieuwe schuld en het achterhouden van informatie (de man was de dag voor de zitting nog verhoord door de politie) reden was om de toelating te beëindigen. Tot zover niet veel nieuws onder de zon.

Maar wat schetst mijn verbazing: de rechtbank betrok in zijn oordeel ook de verklaring van de man dat hij naast het witwassen ook geld aan familie in het buitenland had overgemaakt. Volgens de rechtbank had de man met deze (waarschijnlijk onverschuldigde) betalingen zijn schuldeisers benadeeld. Als dat bekend was geweest tijdens de toelatingszitting was zijn WSNP-verzoek afgewezen, aldus de rechtbank.

Mij komt dat vreemd voor. Recofa heeft immers afgesproken dat de schuldenaar schenkingen (als hij die wil doen) vanuit zijn Vrij te laten bedrag moet betalen. Daarbij staat in het rapport juist als voorbeeld het geld overmaken aan familie in het buitenland. Moet ik daaruit concluderen dat schenkingen voorafgaand aan de toelating de toelating in de weg staan, maar tijdens de WSNP wel mogen (uit het VTLB)?

Ik ga er maar van uit dat het in deze zaak ging om zulke grote bedragen dat die niet uit een bedrag ter hoogte van het VTLB betaald hadden kunnen worden. Hoe dan ook: dit roept vraagtekens op. Welk bedrag is nog acceptabel? Of moeten schuldhulpverleners hun klanten adviseren onmiddellijk te stoppen met het sturen van financiële hulp naar familieleden in het buitenland? En hoe zit dat met andere giften of donaties aan bijvoorbeeld goede doelen? Wie het weet, mag het zeggen. Laten we hopen dat Recofa dit wellicht kan verduidelijken.

Conferentie APS: schuldhulpverleners, schuldenaars en schuldeisers verenigd u!

Vandaag was de 15e jaarconferentie Aanpak van problematische schulden. Altijd leuk om je in een mix van schuldhulpverleners, schuldeisers, hulpverleners, bewindvoerders en andere belangstellenden te begeven. Dat houdt de discussie levendig en brengt ook de gedachtewerelden van de diverse partijen dichter bij elkaar.

Een thema wat goed aansluit op de workshop van mijn collega Martijn Schut met meer dan tien goede tips om de communicatie tussen schuldeiser en schuldhulpverlener te verbeteren. Belangrijkste les die we daar uit kunnen trekken is er misschien een uit de categorie “open deur”, maar daarom niet minder belangrijk: zoek in ieder geval de communicatie op. Het niet op de hoogte zijn van elkaars standpunt en stand van zaken is een belangrijke oorzaak voor irritatie en frustratie. Door beter te begrijpen wat de mogelijkheden zijn van de schuldenaar, de schuldeiser en de schuldhulpverlener wordt de samenwerking al direct zienderogen verbeterd. Uiteraard was dit niet zijn enige tip, maar wel een die ik (alvast) wilde delen vooruitlopend op de uitgebreide publicatie over dit onderwerp (aankomend voorjaar).

Verder veel aandacht voor het onderuitgaan van een door velen zo gewaardeerd initiatief: het LIS. Ongeveer een jaar geleden sprak ik daarover met Willem Los van Credit Agricole op een andere studiedag van Studiecentrum Kerckebosch. Wij concludeerden gezamenlijk dat het vreemd was dat er die dag niet meer mensen aandacht hadden voor schuldpreventie en de rol die het LIS zou kunnen spelen. Hij als schuldeiser was daar ook een groot voorstander van. Des te jammer dat uitgerekend de NVB nu de handdoek in de ring heeft gegooid.

 Ook de wens van het BKR om meer schulden te gaan registreren, zoals de studieschulden, kan helaas de handen niet op elkaar krijgen in Den Haag, zo las ik vandaag. Laten we hopen op een klein wonder  dat er toch nog een dergelijk initiatief van de grond komt, ondanks de bezwaren die je tegen schuldregistratie kunt hebben. Vooralsnog moeten we vooral lokaal oplossingen zoeken met handvatten gericht op de wijk uit de welzijnswereld, convenanten met afspraken over vroegsignalering (en die ook levend houden!) en bemoeizorg, zoals Er op af-teams.

Naast bovenstaande highlights waren er uiteraard nog tal van andere interessante sprekers en onderwerpen. Kortom, genoeg stof tot nadenken en discussie zo vlak voor het nieuwe jaar.

Soms is het de schuld van de schuldhulp: aansprakelijkheid van schuldhulpverleners

Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Zo ook in schuldhulpverleningsland. In deze post wil ik twee uitspraken onder de aandacht brengen die gaan over de aansprakelijkheid van de schuldhulp als er fouten worden gemaakt.

De eerste uitspraak is een recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (LJN BY3650). De rechtbank oordeelt dat (in dit geval) een kredietbank mag verwachten dat zij structuur aanbrengt in de financiën van haar klanten.  Het gaat hier enkel om een inspanningsverplichting, van de klant mag worden verwacht dat hij meewerkt en zonodig informatie verschaft. Verder is van belang dat de rechtbank vaststelt dat de kredietbank niet verantwoordelijk is voor het resultaat: een schuldenvrije toekomst. Wel mag worden verwacht dat de kredietbank:

  • Zorgvuldig handelt zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend budgetbeheerder / schuldbemiddelaar mag worden verwacht.
  • Een grote mate van transparantie richting de klant hanteert

Daarbij is van belang dat de bestaansreden van deze (niet commerciële) dienstverlening wordt gevormd door het gegeven dat de doelgroep, om wat voor reden ook, kortere of langere tijd niet in staat is de eigen financiën adequaat te regelen. De Kredietbank dient daarmee rekening te houden bij hetgeen zij van de cliënten verwacht, en evenzeer met het door haar zelf opgewekte verwachtingspatroon van de klanten dat de Kredietbank in aanzienlijke mate de regie overneemt. In deze zaak speelde een groot aantal verwijten van de klant richting de kredietbank, waarbij de kredietbank op het meerendeel van de punten gelijk krijgt. Ik zal hier echter ingaan op de punten waarop het misging, ter voorkoming van dergelijke fouten door anderen:

  • Tweemaal is een voorschotnota niet tijdig voldaan, terwijl dit wel behoorde tot de taak budgetbeheer. Dit heeft ertoe geleid dat er € 30 aan extra kosten in rekening is gebracht. Gesteld noch gebleken is dat het ontvangen inkomen in de weg stond aan tijdige betaling. De kredietbank moet opdraaien voor deze (minimale)
    schade.
  • De kredietbank heeft een fraudeschuld aan de sociale dienst volledig voldaan en heeft daardoor het principe van gelijkberechting van de schuldeisers doorbroken. De rechtbank rekent het de kredietbank met name aan dat zij niet in overleg zijn getreden met de schuldenaren. Zij hadden namelijk nog een andere fraudeschuld bij het CJIB en een van de schuldenaren dreigde daardoor zijn rijbewijs (en als gevolg daarvan zijn baan) kwijt te raken. Het geheel wrong des te meer nu al in een vroeg stadium duidelijk had moeten zijn dat de kans op een schuldregeling klein was gezien de geringe inkomsten van de schuldenaren.
  • Gebrekkige communicatie. Ondanks dat het budgetbeheer in juli 2008 was gestart, werd het eerste overzicht pas verstrekt in maart 2009. Dat hier een technisch probleem aan ten grondslag ligt komt voor rekening en riisico van de kredietbank en de kredietbank heeft hiermee naar het oordeel van de rechtbank een essentiële verplichting die voortvloeit uit de schuldregelingsovereenkomst verzaakt.
  • De uitvoering van budgetbeheer en schuldhulp was onvoldoende op elkaar afgestemd nu een hoog bedrag is gereserveerd ten behoeve van een schuldregeling die naar het zich liet aanzien niet tot stand zou komen. Gebreken daarin (van organisatorische, administratieve of technische aard) komen voor risico van de Kredietbank. Zij kan die niet aan [eisers] tegenwerpen. De rechtbank oordeelt dat de Kredietbank in zoverre niet heeft gehandeld zoals van haar als redelijk handelend en redelijk bekwaam schuldhulpverlener mocht worden verwacht.
  • Tenslotte was er lange tijd onduidelijkheid over een vermeende echtscheiding waarbij de kredietbank heeft nagelaten om duidelijkheid richting de schuldeisers te verschaffen over de situatie.

De rechtbank begroot deze schade op basis van de thans beschikbare stukken op tenminste € 3.000,- die voor vergoeding in aanmerking komt. Het gaat dan om de gevolgen van het uitblijven van het schadebeperkend handelen, in het bijzonder het niet tijdig en goed informeren, het te lang aanhouden van een te hoog reserveringsbedrag en het te laat vrijgeven daarvan. Dat meer schade is geleden is aannemelijk, doch de vaststelling daarvan zal nader debat en vermoedelijk bewijslevering vergen. De rechtbank zal de zaak daarom in zoverre naar de schadestaat verwijzen en geeft partijen in overweging daaromtrent in overleg te treden.

In een andere zaak (LJN: BN8245) had de schuldhulpverlener verzaakt om te melden dat de schuld aan het CJIB na afloop van de schuldregeling geheel voldaan moest worden en niet onder de werking van de schone lei viel. De gemeente heeft niet betwist dat de schuldenares, als zij wel op de hoogte zou zijn geweest van de bijzondere status van die CJIB boetes, zelf of desnoods met geld van vrienden de boetes zo snel mogelijk zou hebben betaald. Daarmee staat ook voldoende vast dat de schuldenares door het niet nakomen van de verplichting van de gemeente schade heeft geleden. De hoogte van de schade staat als niet (voldoende) betwist vast. De conclusie van de rechtbank is daarom dat de vordering tot schadevergoeding wordt toegewezen. Daarnaast werd de gemeente in de proceskosten veroordeeld.

Om dit soort bedrijfsongevallen te voorkomen is het dus van belang dat de communicatie richting de schuldenaar op orde is. In beide zaken was dat een bepalend aspect, aangezien de rechter verwacht dat een schuldhulpverlener een redelijke mate van regie voert over het proces van schuldhulpverlening. Hij is immers de terzake deskundige.

Spreekt u Nederlands?

Spreek je geen Nederlands en heb je schulden? Dan wordt de kans steeds kleiner dat je een schuldenvrije toekomst kunt bereiken.

In de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is al een medewerkingsplicht opgenomen, waarbij ook het volgen van een taalcursus kan worden opgenomen. Wie dat gaat betalen is nog maar helemaal de vraag. In sommige gevallen kun je een sociale lening afsluiten bij DUO. Maar een nieuwe lening als je al schulden hebt, is natuurlijk niet aan te raden. Gelukkig kunnen gemeenten maatwerk bieden en toch proberen om een schuldregeling op te zetten.

Is de gemeentelijke schuldhulpverlening een gepasseerd station en wil je toegang tot de WSNP, dan is het niet beheersen van de Nederlandse taal een (nog) groter obstakel. Inmiddels zijn er twee uitspraken geweest waarin het niet leren van het Nederlands werd gezien als het niet ter goeder trouw geweest zijn bij het laten ontstaan of het onbetaald laten van de schulden. Indien je geen Nederlands spreekt is de kans op werk immers klein, waardoor het ook moeilijk wordt om aan de inspanningsverplichting te voldoen. Bij een van deze uitspraken speelde ook een rol dat de verzoekers gebruik hadden gemaakt van de België-route waardoor de strenge Nederlandse immigratieregels (legaal) werden omzeild. De insolventierechter rekende het de verzoekers zwaar aan dat zij de immigratieregels omzeild hadden en dus zonder kennis van het Nederlands toch zijn geïmmigreerd. De regels in de WSNP zijn dus strenger dan in de WWB of bijvoorbeeld de Wet Inburgering.

Wat is nu wijsheid als je een klant hebt die geen Nederlands spreekt? In eerste instantie moet je onderzoeken of het hier gaat om een rechtmatig in Nederland verblijvende en woonachtige vreemdeling. Is dier sprake van, dan kun je hem toch het beste op taalles sturen in het kader van de medewerkingsplicht. Wellicht biedt je gemeente (in samenwerking met biivoorbeeld maatschappelijk werk) vrijwillige taalmaatjes aan waardoor de taallessen niets hoeven te kosten. Mocht de schuldregeling dan toch mislukken, dan kan je klant aantonen dat hij inmiddels alles doet om het Nederlands te beheersen en is die belemmering voor toelating tot de WSNP weg.

Ervaringen zijn welkom!

Bloggen, wie doet dat nu nog ?!

Bloggen lijkt niet helemaal meer van deze tijd. Je hebt immers anno 2012 (bijna 2013) zoveel andere sociale media. Toch wil ik een poging doen om nog iets toe te voegen aan het al enorme aanbod van blogs.

Waarom? Ik bericht al vaak via Twitter over schuldhulpverlening, WSNP, bijstand en Wmo, zaken die mij bezighouden. Maar daar blijft het vaak bij zenden. Met mijn blog kan ik uitgebreider ingaan op de onderwerpen die ik interessant vind en zo hier en daar nog een (hopelijk) nuttig advies geven. Kortom, ik hoop mijn lezers een nuttig blog te bieden met verhalen op het brede terrein van gemeentelijke sociale zekerheid waarin zowel aandacht is voor juridische als praktische aspecten.

Heb je tips? Altijd welkom en reacties uiteraard ook!

Enjoy!